Ecologisch Adviesbureau Van Tweel

Bureau voor Ecologisch advies en Botanisch onderzoek


Opleidingen


Na de lagere school (Openbare Lagere school "Prinses Marijkeschool" in Meerkerk) ben ik in 1983 naar de middelbare school in Gorinchem gegaan. Op de Rijksscholengemeenschap "Wijdschild", nu "Fortes Lyceum", heb ik eerst HAVO en daarna VWO (Atheneum) gedaan. Dit betekende dat ik dagelijks op en neer fietste van Meerkerk naar Gorinchem (12 km) en weer terug. In tegenstelling tot veel van mijn klasgenoten ging ik altijd met veel plezier naar school. Op 12 juni 1990 kreeg ik mijn diploma van het VWO uitgereikt.

Omdat veel van mijn vrienden in Wageningen woonden, wilde ik daar gaan studeren bij de Landbouwuniversiteit, nu Wageningen UR. De keuze viel op Milieuhygiëne. In de loop van mijn studie werd mijn interesse in de natuur en ecologie steeds groter. Gelukkig was er binnen de studie Milieuhygiëne een grote keuzevrijheid van de vakken. Nadat ik de voor de studie Milieuhygiëne verplichte vakken had afgerond, heb ik vooral ecologisch getinte vakken gekozen. Aan het einde van mijn studie heb ik twee afstudeervakken gedaan en een stage, alledrie van 6 maanden.
Mijn eerste afstudeervak, van 1993 tot 1994, was een vegetatiekundig onderzoek naar de verandering van de begroeiing van hogere planten, mossen, korstmossen en paddenstoelen in knotwilgen. Aan de hand van oude en nieuwe vegetatieopnamen in ruim 900 knotwilgen zijn veranderingen sinds 1975 onderzocht en zijn er relaties gelegd met het beheer. Dit onderzoek was begonnen als een NJN-project, maar liep zodanig uit de hand dat ik er een afstudeervak van gemaakt heb.
Van 1994 tot 1995 heb ik stage gelopen bij De Vlinderstichting in Wageningen. Een belangrijk onderdeel van mijn stage was een vegetatiekundig onderzoek naar de relaties tussen de Grote vuurvlinder en Waterzuring-vegetaties in de Wieden en de Weerribben. Aan de hand van vegetatieopnamen in rietvegetaties is onderzocht in welke vegetaties de Grote vuurvlinder eitjes afzet op de Waterzuring. Tevens is onderzocht met welk beheer deze vegetaties bevoordeeld worden, wat dus gunstig is voor de Grote vuurvlinder. Na de stage van 6 maanden, kreeg ik de gelegenheid voor een vervolg-onderzoek naar de relatie tussen de Grote vuurvlinder en Waterzuring-vegetaties in de laagveengebieden van Noordwest-Overijssel en Friesland als tijdelijk medewerker van De Vlinderstichting.
Mijn tweede afstudeervak heb ik gedaan bij het Biologisch Station Wijster van de Landbouwuniversiteit Wageningen. Van 1995 tot 1996 heb ik een onderzoek verricht naar de verandering van de vegetatie en paddenstoelflora van heiden, graslanden en stuifzandvegetaties in Drenthe. Aan de hand van oude en nieuwe vegetatie- en paddenstoelopnamen is onderzocht hoe de vegetatie en paddenstoelflora veranderd zijn sinds 1974. Er zijn hierbij relaties gelegd met het gevoerde beheer.
Tijdens het volgen van de college's en practica heb ik nooit erg hard gewerkt. Met een "zesje" kon immers het vak en daarmee de studiepunten worden gehaald. De afstudeervakken en stage vond ik veel leuker en daar heb ik ook het maximale uit proberen te halen. Dit werd beloond met twee negens en een acht, waardoor het gemiddelde cijfer van mijn diploma zover werd opgekrikt dat ik op 26 september 1996 Cum Laude ben afgestudeerd.

Cursussen

Om mijn kennis en vaardigheden op peil te houden en uit te breiden heb ik allerlei symposia, lezingendagen, workshops en excursies bijgewoond, zoals Westhoff-lezingen, PKN-excursies en Lezingendagen van het Netwerk Groene Bureaus. Daarnaast ook enkele meer specifieke trainingen en cursussen: